Photo on PXhere.com Stel dat een vriend kritiek op je heeft. Word je dan boos op die persoon? Of ga je je afvragen of de kritiek misschien terecht is? Onderzoekers van de universiteit van Harvard laten zien dat jongeren in de leeftijd van 12 tot 15 jaar sneller geneigd zijn om a) te denken dat anderen hen niet leuk vinden, b) zich negatieve kritiek persoonlijk aan te trekken. Onderzoekers lieten 107 jongeren in de leeftijden van 10 tot 23 jaar deelnemen aan een experiment dat zogenaamd ging over ‘eerste indrukken’. De deelnemers vulden eerst een aantal vragen in over hun zelfbeeld. Daarna bekeken ze een foto van een onbekende leeftijdsgenoot en werd aan hen gevraagd: “Vind je deze persoon aardig?” en “Denk je dat deze persoon jou aardig vindt?” Twaalf tot vijftienjarigen denken vaker (onterecht!) dat anderen hen stom vinden Het resultaat is samengevat in onderstaande figuur. In de figuur verwijst de rode lijn naar 50%: De kans dat een willekeurige persoon iemand aardig vindt is fifty fifty (50%). De blauwe lijn verwijst naar de verwachte acceptatie volgens de deelnemers. Hieruit blijkt dat 10-jarigen over het algemeen vaker wel dan niet verwachtten dat de onbekende leeftijdgenoot hen wel OK zou vinden. In de groep van 12 tot 15 jaar oud dachten de meeste deelnemers daarentegen dat de onbekende persoon hen NIET aardig zou vinden. (Wat een naar gevoel moet dat zijn, als je er bij het ontmoeten van iemand meteen vanuit gaat dat deze persoon je niet moet!) Gelukkig wordt dit beter onder de oudere deelnemers: De 16- tot 23-jarigen dachten vaker wel dan niet dat de onbekende hen zou mogen. Figure from Rodman et al. (2017) Hoe gaan jongeren om met negatieve sociale feedback?
Na het beantwoorden van de eerste vragen gaven de onderzoekers feedback aan de deelnemers. Eigenlijk heel gemeen, want de onderzoekers vertelden de deelnemers dat de persoon op de foto hen niet aardig vond (ook al was de persoon op de foto hier nooit naar gevraagd). (Na afloop van het onderzoek hebben de wetenschappers gelukkig wel even uitgelegd dat de persoon op de foto dit niet echt had gezegd.) De deelnemers werden vervolgens opnieuw bevraagd over hun zelfbeeld en over wat ze van de persoon op de foto vonden. Ook hier gebeurde iets interessants. Na de negatieve feedback voelden de 12- tot 15-jarigen zich minder goed over zichzelf: hun zelfbeeld werd negatiever. Dat was niet te zien bij de andere leeftijdsgroepen. De jongvolwassenen (21 tot 23 jaar) gingen juist negatiever denken over de persoon op de foto, terwijl jongere deelnemers hun oordeel over de ander handhaafden. Wat is het nut van deze leeftijdsgebonden onzekerheid? Waar de 12- tot 15-jarigen zich de negatieve feedback persoonlijk leken aan te trekken, gaven de jongvolwassenen juist blijk van een vorm van zelfbescherming: Ze gingen negatiever oordelen over de ander in plaats van over zichzelf. Wat is daarvan het nut? Een mogelijke verklaring is dat jongeren nog niet ‘af’ zijn. Hun identiteit en sociale vaardigheden moeten nog vorm krijgen. Het is daarom misschien wel goed dat ze gevoelig zijn voor feedback uit hun omgeving, omdat ze daarvan kunnen leren en er *hopelijk* een fijner mens van worden. Een andere verklaring is dat (jong)volwassenen mogelijk al een stabiel sociaal netwerk om zich heen hebben verzameld, waardoor ze het zich kunnen veroorloven om kritisch te zijn op anderen. Voor jongeren, die in meerdere groepen opereren en nog niet zoveel lange-termijn relaties hebben opgebouwd, is dit een meer risicovolle strategie. Meer weten? Rodman, A.M., Powers, K.E., & Somerville, L.H. (2017). Development of self-protective biases in response to social evaluative feedback. PNAS, 114(50): 13158-13163.
0 Comments
Leave a Reply. |